Schrijvers en zijn/haar kinderen

We hebben al lang geen artikel meer geplaatst over Martin Bril zelf, laten we weer een beetje over hem schrijven en hem zodoende weer laten leven onder de woorden. Dit artikel zal gaan over hoe Martin Bril schrijven combineerde met het hebben van kinderen en hoe andere schrijvers met kinderen dat doen. Martin Bril heeft namelijk terwijl zijn kinderen in pampers rondliepen gepoogd zijn laatste verhalen te schrijven. Aan het ‘bittere bijna einde’ van zijn leven is “de grote roman waarvan hij droomde, ongeschreven gebleven, heeft hij zijn huwelijk verkloot en zijn twee dochters amper zien opgroeien: te druk met zichzelf, met het jagen op geld, roem en vrouwen, met het bezeten inhalen van verloren tijd. ‘Ik ga dood en ik heb alles verkeerd gedaan’, zegt hij huilend.” – bron: Volkskrant, Bert Wagendorp (21/04/2014).

 

Het is moeilijk een balans te vinden tussen het leven thuis en het proberen te schrijven van een waar meesterwerk. Hoewel het hebben van kinderen aan de ene kant een bron van inspiratie kan zijn, kan het hebben van kinderen ook terughoudend werken. De stress die het met zich mee brengt en de tijd die het inneemt kúnnen ten koste gaan van een roman schrijven (bijv). Martin Bril is hier voorbeeld nummer 1 van, doordat hij te gericht was op het schrijven van zijn roman heeft hij aan het einde het onmiskenbare gevoel van het verwaarlozen van zijn dochters. Dirk van Weelden zei naar aanleiding van een interview met hem dat Martin Bril aan het eind van zijn leven verbitterd terugkijkt. “Hij vond dat hij er niet goed in was, het leven. (…) hij vond dat niets was geworden wat hij ervan had gehoopt. Hij vond dat hij zijn tijd verspild had aan bullshit, dat hij er een puinhoop van had gemaakt als man en als vader en dat hij nooit toegekomen was aan zijn beste werk.”.

 

We hopen heel erg dat andere schrijvers van zijn ervaringen kunnen leren, dat het belangrijk is om je schrijversdroom te verwezenlijken maar dat het net zo belangrijk (of wellicht nog belangrijker) is om daarmee niet uit het oog te verliezen waarvoor je nog meer leeft.